Delft moet meer betaalbare woningen voor gezinnen bouwen

Een paar weken geleden werd ik benaderd door een columnist van de Delft op Zondag met de vraag of ik wil deelnemen aan een stadsgesprek over de staat van de Delftse woningmarkt in DOK. Er zijn vier stadsgesprekken gepland, die steeds de laatste vrijdag van de maand gehouden worden in DOK. Uiteraard zei ik direct ja, want over wonen in Delft valt veel te vertellen. De aanloop naar de middag verliep wat rommelig. Het doel en de opzet van de bijeenkomst bleven lang onduidelijk en we werden ook nog eens verkeerd gequote in de DoZ (dd 19-02-2023). Gelukkig is de online versie snel rechtgezet en leverde het mij tijdens het stadsgesprek de openingsquote op.

De online versie is hier te vinden.

DOK
Ik was een uur van tevoren aanwezig voor de briefing en het monteren van de microfoon. Inmiddels zaten de tribune en trappen van DOK bomvol. Er zaten veel bekende gezichten op de tribune. Aan tafel zaten meerdere gasten en ik mocht plaatsnemen tussen Wethouder Schrederhof en Tijn Noordenbos. De andere gesprekspartners waren een dame van het woonprotest en de interviewers Julia Jouwe en Marcel de Jong. Het gesprek startte met een filmpje waarin diverse Delftenaren bevraagd werden over wonen in Delft. De kritiek op de gemeente en het woonbeleid waren niet mals. Het grootste probleem dat genoemd werd was het gebrek aan betaalbare woningen. Daar kon ik in mijn pitch over mooi op voortborduren. De stelling waarover het debat ging luidde: In Delft worden de verkeerde woningen gebouwd.

Meer woningen voor gezinnen
En dat klopt. Er zijn in Delft te weinig woningen voor de werkende middenklasse. Dat zijn woningen voor de starter, gezinnen en stellen zonder kinderen. We moeten huizen bouwen zodat de verpleegkundige, de leerkracht en de elektricien ook in Delft kunnen wonen. Zij komen namelijk niet in aanmerking voor een sociale huurwoning, maar voor een middeldure huurwoning of een goedkope koopwoning. 

Op dit moment wonen er 104.000 mensen in Delft, 17.300 daarvan zijn uitwonende studenten. Delft heeft ongeveer 52.000 woningen. Daarvan is 33% een grondgebonden eengezinswoning, de overige 67% betreft een portiekwoning of flat. En van deze 52.000 woningen is 43% een sociale huurwoning (inclusief studentenwoningen), 19,4% een particuliere huurwoning (goedkoop, middelduur en duur) en 37,6% betreft een koopwoning. En daar bovenop huisvest Delft nog meer dan 10.000 onzelfstandige wooneenheden. Vanuit demografisch oogpunt is er dus een oververtegenwoordiging aan jongeren en een sterke ondervertegenwoordiging aan gezinnen met kinderen en twee verdieners zonder kinderen. 

Stad voor iedereen
De Delftse VVD wil dat Delft een diverse en inclusieve stad is, waarin ook gezinnen en tweeverdieners welkom zijn, daarom moeten er meer middeldure huur- (€800 – €1100) en goedkope koopwoningen bijgebouwd worden. En er moeten ook woningen komen die passen bij de wens en behoefte van senioren, zoals groepswoningen, woningen dichtbij voorzieningen en woningen met gemeenschappelijke ruimten, zodat zij doorstromen naar een volgende woning. En verder willen wij dat 50% van de vrijgekomen Delftse woningen eerst beschikbaar worden gesteld aan Delftenaren en mensen met zeer sterke binding met Delft (>10 jaar gewoond in Delft) en alleen voorrang geven aan doelgroepen die de gemeente volgens de wet moet huisvesten.

Ten aanzien van het aantal sociale huurwoningen levert Delft met 43% haar fair share. En er is wel degelijk een probleem, er zijn veel mensen die voor een dak boven hun hoofd afhankelijk zijn van een sociale huurwoning. Daarom willen wij dat de regio meer sociale huurwoningen bouwt. Op dit moment zijn er omliggende gemeenten die slechts 10% sociale huur binnen hun gemeentegrenzen hebben. Daarnaast willen we op het terrein van de TU-campus onzelfstandige studentenwoningen bouwen. Dit alles is nodig om doorstroming op de vastzittende Delftse woningmarkt te genereren, het in balans brengen van de demografie van Delft en het behouden/terugbrengen van de diversiteit in woningtypen.

En verder dient het streven altijd te zijn dat mensen niet afhankelijk zijn van de overheid of van een sociale huurwoning. Daarom willen wij dat de gemeente inzet op het verhogen van de economisch zelfstandig van Delftenaren en Delft de gemeentelijke lasten zo laag mogelijk houden, zodat Delftenaren onafhankelijk zijn en in vrijheid hun leven kunnen leven.

Het debat
Uiteindelijk duurde het debat 30 minuten en daardoor was er net te weinig tijd voor een diepgaand gesprek en goed debat. Aan mij heeft het niet gelegen, ik deed een aantal verwoede pogingen om inhoud te brengen en het debat met mijn tafelgenoten aan te gaan. Bijvoorbeeld met de dame van het woonprotest over hoeveel procent sociale huurwoningen zij in Delft wil zien of genoeg vindt. En moet Delft het regionale probleem voor het tekort aan sociale huurwoningen oplossen. Er kwam niet echt een antwoord. 

De middag eindigde met een borrel. Op de borrel sprak ik met veel mensen over de woonopgave van Delft. Al met al was het een interessante ervaring en een leuke middag. Een middag die eindigde op de maandelijkse VVD borrel, met leuke VVD-ers aan de bar bij café Einstein. 

Voor wie het leuk vindt, om samen met mij en andere Delftse VVD-ers door te praten over de Delftse woningmarkt: je kunt je nog aanmelden bij Anna Maria.