Liberaal dilemma: reguleren middenhuur

Wij, de liberalen van de Delftse VVD, zijn tegen instrumenten die alles reguleren en verbieden. Helaas kan het soms niet anders en moet een niet-liberaal instrument ingezet worden om een liberaal doel te bereiken. In Delft stelt het college voor om doorstroming op de woningmarkt te bevorderen door het reguleren van de middenhuur. Tijdens de commissievergadering hebben wij hier onder de voorwaarden van effectiviteit en tijdelijkheid mee ingestemd.

Net als in de regio is ook in Delft de vraag naar betaalbare woningen groot. Het middensegment, de middel dure huur en koop wordt gemist in Delft. Slechts 8% van de woningvoorraad betreft een middel dure woning. Dit segment woningen is een belangrijke schakel voor een gezonde woningmarkt. Dit segment is namelijk nodig om doorstroming op de woningmarkt op gang te brengen en om een wooncarrière voor Delftenaren met een gemiddeld inkomen mogelijk te maken. Daarom vindt de VVD het belangrijk dat er meer woningen in dit segment bijgebouwd worden.

Feiten en cijfers:
  • De Delftse woningvoorraad telt een kleine 50.000 woningen die voor circa 43% bestaat uit sociale huurwoningen. Dit is exclusief de studentenwoningen en inclusief de particuliere sociale huurwoningen.
  • Sociale huur < €720 kale maandhuur
  • Middenhuur €720-950, dure huur > € 950
  • Goedkope koop < €192.000
  • Middeldure koop eengezinswoning €192.000 – 284.000
  • Middeldure koop meergezinswoning €192.000 – 258.000
  • Dure koop eengezins €284.000 – 517.000
  • Dure koop meergezins €258.000 – 517.000
  • Extra dure koop > €517.000
  • Op termijn wil de gemeente naar een woningmarkt met 13% middeldure huurwoningen (Woonvisie 2016-2023). Dat is nu 8%, waarvan 4% corporatie bezit en 4% particuliere middeldure huurwoningen.

Met de huidige Delftse woonvisie zetten we daarom in op het vergroten van het middensegment koop en huur in Delft. Ter uitvoering hiervan heeft het college een aantal afspraken gemaakt. Dit zijn afspraken in de categorieën: samenwerking, toekomstbestendig woningproduct, betaalbaarheid en huurverhoging, doelgroepen, toewijzing en communicatie. Eén van deze afspraken gaat in tegen ons liberale gedachtengoed: het stellen van inkomenseisen. Deze inkomenseisen beperken de individuele vrijheid om zelf te bepalen waar je wilt wonen en wat je aan woongenot wilt uitgeven.

De regulering betekent dat een huurwoning in de vrije sector alleen wordt toegewezen aan een doelgroep met een bepaald inkomen. Voor een eenpersoonshuishouden geldt dat een woning wordt toegewezen aan een woningzoekende met een jaarinkomen vanaf circa € 36.000 tot circa € 57.000 en bij twee of meerpersoonshuishoudens tot circa € 67.000. Marktpartijen wordt gevraagd om hun vrije sector woningen beschikbaar te stellen en te houden voor deze inkomensgroepen, waaronder gezinnen in het bijzonder. Als het niet lukt om binnen 3 maanden een huurder te vinden, wordt de woning opengesteld voor alle inkomensgroepen.

Hier zitten voor- en nadelen aan. Het voordeel is dat meer mensen met een middeninkomen in aanmerking komen voor een huurwoning. Het stimuleert de doorstroom van een sociale huurwoning naar een woning met middenhuur. Het nadeel is dat hiermee de vrijheid van wonen inperkt, mensen met een inkomen boven de €57.000 komen niet in aanmerking voor een huurwoning tussen de €720 en €950. Kortom, het zelf kunnen beslissen hoeveel je aan een woning wilt uitgeven wordt beperkt. Ook kan het ervoor zorgen dat projectontwikkelaars zich terugtrekken met als gevolg dat er nog steeds geen huizen in het middensegment gebouwd worden.

In de commissievergadering heeft de VVD aangegeven blij te zijn dat er in Delft eindelijk wordt ingezet op bouwen van middel dure huur en koopwoningen. En ook dat het college duidelijke afspraken maakt om doorstroming sociale huur naar middenhuur te bevorderen. Dit is hard nodig, zodat de juiste huurder/koper in de juiste woning kan wonen. Het reguleren van de middenhuur is een instrument dat hierbij kan helpen, omdat het ervoor kan zorgen dat de juiste huurder in de juiste woning terecht komt. Bijvoorbeeld van mensen die in een sociale huurwoning wonen en die inmiddels in inkomen gegroeid zijn, maar waarvoor geen woning in het middensegment beschikbaar was. En denk aan de “empty nesters” die naar een kleinere woning willen maar niet kunnen of willen kopen.

Door deze gewenste doorstroming kan de druk op de Delftse woningmarkt worden verkleind. Kortom, de VVD is voor zoveel mogelijk individuele vrijheid, echter gezien de uitzonderlijke omstandigheden van de Delftse woningmarkt begrijpt de VVD het nut van de afspraken. Daarom heeft de VVD aan de wethouder gevraagd om de gemaakte afspraken te evalueren. Bijvoorbeeld door te monitoren of er aantoonbaar meer doorstroming van sociaal naar middenhuur gaat en of er aantoonbaar meer Delftenaren met een middeninkomen (zoals de leraar, de elektricien en de bouwvakker) gehuisvest worden in middeldure woningen. Als deze doelstellingen niet worden behaald of als er inmiddels voldoende woningen bijgebouwd zijn, vragen wij de afspraken over het reguleren van middenhuur in heroverweging te nemen. Ook hebben wij gevraagd om een brede discussie over alle instrumenten waarmee gestuurd wordt op wonen.

De fractieleden Miranda Voogt en Ivan Maassen zijn benieuwd hoe u tegen het reguleren van middenhuur aankijkt. Welke voor- en nadelen ziet u? En zijn er nog andere oplossingen te bedenken voor het oplossen van de problemen op de Delftse woningmarkt. Laat het ons weten.

Miranda Voogt
Raadslid VVD Delft

Ivan Maassen
Commissielid VVD Delft