Door het binnenhalen van ’t straatje van Vermeer werd eind 2015 de slechte staat van de beveiliging van het museum Prinsenhof aan het licht gebracht en bleek met spoed een investering van € 2,2 miljoen noodzakelijk. Onder grote druk ging de kritische gemeenteraad op 18 december 2015 akkoord met deze investering. Naar aanleiding van dit chaotisch verlopen besluitvormingsproces is een second-opinion onderzoek uitgevoerd en tijdens de raadsvergadering van 2 februari jl. zijn de uitkomsten van deze second-opinion besproken. De VVD concludeert dat, hoewel het proces niet de schoonheidsprijs verdient en er duidelijke leerpunten zijn voor het college, de gedane investeringen noodzakelijk en reëel waren.
De oppositiepartijen waren van mening dat de voormalig directeur Prinsenhof te autonoom en niet binnen zijn mandaat had gehandeld. Ook vonden zij dat de wethouder niet in control was. De VVD maakte duidelijk, net als de andere coalitiepartijen, dat de directeur binnen zijn mandaat had gehandeld en dat de wethouder goed heeft geacteerd nadat hij op de hoogte werd gesteld over het feit dat de beveiliging niet op orde was en er additionele investeringen noodzakelijk waren.
Daar waar de oppositiepartijen pleitten voor een almachtige raad en risicomijdende ambtenaren wil de VVD overheidsprofessionals juist de ruimte geven om binnen hun mandaat Delft vooruit te brengen. Het museum de Prinsenhof is belangrijk voor Delft en de VVD-fractie zet zich in voor het realiseren van een zelfstandig museum van wereldklasse met een hoogwaardig expositieprogramma gericht op verbreding van het publiek.
De afgelopen jaren zijn er wat de VVD betreft goede stappen gezet in het realiseren van deze ambitie en dit verdient een groot compliment voor zowel de oud-directeur, de museumorganisatie alsmede het college. Het museum is voor wat betreft beveiligingsniveau nu in staat om in de toekomst hoogwaardige expositieprogramma’s te huisvesten.
Dimitri van Rijn
Raadslid VVD Delft