Het MBO is beroepsonderwijs, geen "opvang voor kwetsbare mensen"

Wethouder van Hamer en Sikkel: zo werd ik eens, tot grote hilariteit van de Delftse gemeenteraad, genoemd door onze vorige fractievoorzitter Bart Smals tijdens een raadsvergadering. De aanleiding ervoor was mijn ambitie om invulling te geven aan de nieuwe focus van dit college op beroepsonderwijs in Delft, en dan met name op het MBO (middelbaar beroepsonderwijs).

Duidelijke taal is daar zeker voor nodig in Delft. Van oudsher staat Delft bekend als een TU-stad. De stad van techniek en innovatie, maar dan op academisch niveau. Een wetenschapsstad. Als vanzelf trekt het zeer innovatieve high-tech bedrijven aan. Niets mis mee. Dat houden we graag zo. Het zet Delft internationaal op de kaart, en het belang van de TU Delft ontstijgt het lokale niveau: op nationaal, Europees en wereldniveau wordt geprofiteerd van de kennis die hier ontwikkeld wordt. Kennis die ten dienste kan staan van maatschappelijke opgaven, zoals de zorg, waterbeheer, mobiliteit en energietransitie.

Maar we weten ook dat er vakmensen nodig zijn om deze opgaven te realiseren, oftewel de inzet van arbeidskrachten met een MBO-opleiding. Neem een opgave als de energietransitie, die centraal staat in het Delfts coalitieakkoord. Daar komt niets van terecht zonder mensen die kunnen installeren, meten en bouwen.

Op meerdere plaatsen in Nederland is al bewezen dat er een enorme synergie te behalen valt door de diverse niveaus met elkaar te verbinden. Studenten leren samenwerken, net zoals ze dat later moeten doen, en leren daardoor meer over elkaars perspectief. WO- en HBO-studenten denken zo in een vroeg stadium na over uitvoerbaarheid, een MBO'er denkt vanuit een ander perspectief mee over innovaties, en zou er niet -zoals traditioneel het geval- achteraan moeten hobbelen als alles is uitgedacht. Om vervolgens vaak te constateren dat er iets is verzonnen waar matig mee te werken valt.

Zo bezien is de onderwijskolom in Delft uit evenwicht, zeker als je bedenkt dat een heel groot deel van de Delftse kinderen naar het VMBO gaat, en waarschijnlijk nooit naar het HBO of WO zal gaan. Het succes van de MBO-opleiding mechatronica, binnen de muren van Inholland gehuisvest, bewijst de aantrekkelijkheid voor Delftse scholieren van dit onderwijs, juist bij de campus. Maar daar blijft het grotendeels bij. Het hele land schreeuwt om vakmensen, maar in de "stad van techniek" zijn ze zeer beperkt te vinden. Terwijl de beschikbaarheid van arbeidskrachten op MBO-niveau een belangrijke vestigingsfactor is voor maakbedrijven.

Sterker nog, het MBO wordt ondanks de oproepen van Ton Heerts, voorzitter MBO-raad, nog te weinig geassocieerd met waar het MBO voor opleidt: een beroep, een vak. Zeer kansrijke vakken, als je de juiste richting kiest. Nog te vaak wordt er in relatie tot het MBO gesproken over "opstroom". Alsof het iets is waar je vooral niet moet blijven, waar je altijd uit moet proberen te komen. En daarnaast wordt het MBO geduwd in het hokje van de "kwetsbare jongeren" en in gemeentelijke stukken geschaard onder koppen als "sociale en inclusieve samenleving" in plaats van daar waar het hoort: bij de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, in verbinding met de economie, de maakindustrie, duurzaamheid.

Daarom gaan we voor het beroepsonderwijs in Delft aan de slag in samenspraak met de onderwijsinstellingen. Een eerste stap is concreet ruimte mogelijk maken voor zowel een VMBO- als een MBO-instelling in het gebied Schieoevers. Bij de TU-campus en techniekbedrijven in de buurt. Dat heb ik gedaan: 12.000 m2. De volgende stap is concrete invulling. Gesprekken hierover zijn gaande. Inzet is en blijft: dat wat bedacht wordt aan de TU moet worden gemaakt op Schieoevers. Wordt vervolgd.

Hatte van der Woude
VVD-wethouder Onderwijs, Jeugd, Integratie en emancipatie