Goedkoper en effectiever afvalbeleid voor iedere Delftenaar

De Delftse VVD vindt dat de afvalverwerking in Delft slimmer en beter moet. Maatwerk per wijk is hiervoor belangrijk. Dat betekent stoppen met het generiek – in heel Delft – door inwoners laten voorscheiden van PMD (plastic, metaal en drankenkartons) en restafval. In sommige wijken is het nascheiden van PMD en restafval namelijk echt veel makkelijker, goedkoper en effectiever.

De Delftse VVD spreekt zich al jaren uit voor een betaalbare, duurzame en dienstbare afvalinzameling en afvalverwerking. Welke vorm daarvoor de beste is, hangt af van de karakteristieken van een woongebied. Omgevingen met laagbouw en grondgebonden woningen lenen zich goed voor bronscheiding, maar binnenstedelijke gebieden en omgevingen met hoogbouw lenen zich juist goed voor nascheiding. Afvalscheiding via nascheiding van in het bijzonder PMD is in sommige gevallen zelfs goedkoper, makkelijker en effectiever. Steeds meer gemeenten passen het met succes toe.

Het college van Delft heeft als doel om 75% afvalscheiding en 100 kg restafval per inwoner per jaar vanaf 2022 te realiseren. Om hieraan te kunnen voldoen, is het college een paar jaar geleden met bronscheiding gestart, onder de noemer Het Nieuwe Inzamelen (HNI). Lees: afvalstromen bij de bron (uw huis) scheiden en laten ophalen. Afvalscheiding is belangrijk, aangezien de kosten voor het verbranden van afval steeds verder toenemen. En daarmee ook de afvalstoffenheffing. Maar daar komen we meteen bij het probleem van bronscheiding: in Delft leidt de generieke aanpak namelijk   nog steeds nauwelijks tot meer afvalscheiding of minder restafval. En dus ook niet tot minder kosten.

De Delftse VVD heeft het college daarom al vaak gevraagd om mogelijkheden te creëren voor nascheiding. Met onze nieuwe afvalverwerker HVC kan dat ook makkelijk, zij hebben de hiervoor beschikbare processen in hun fabrieken. Toch is het college tot op heden nog niet met een goed plan gekomen. 

Gelukkig is er nu het onderzoek van Royal HaskoningDHV (RHDHV), die onze oproep om meer maatwerk toe te passen van harte ondersteunt: “Het doorvoeren van HNI is een goede basis om milieuprestaties verder te verbeteren in klasse A-gemeenten, maar leidt tot verhoging van kosten als dat volledig gehanteerd wordt. Door HNI te combineren met nascheiding in hoogbouwwijken kunnen effectief kosten bespaard worden en dit levert bovendien naar verwachting meer PMD op.”  

Afgelopen 19 januari hebben we met het college en de andere gemeenteraadfracties gediscussieerd – tijdens de commissievergadering Ruimte en Verkeer - over de uitkomsten van het rapport van RHDHV. Aan het college nu de eervolle taak om echt met een goed nieuw beleidsplan voor de afvalinzameling te komen.  Het streven is om de tweede helft van dit jaar met het plan naar de raad te komen. Wij hebben alvast drie aandachtspunten meegegeven:

  1. Delft kent een grote variëteit aan wijken, laagbouw en hoogbouw. Laten we daar slim op inspelen, door echt per wijk te kijken welke wijze van inzameling het meest betaalbaar, dienstbaar en duurzaam is. 
  2. Diftar wordt als mogelijk interessante manier van afvalinzameling gezien, maar we lezen in het onderzoeksrapport ook dat Diftar zich eigenlijk helemaal niet goed leent voor steden als Delft. De investeringskosten zijn hoog en de grote variatie in inzamelsystemen maakt een harmonisatie en een objectieve grondslag voor Diftar gecompliceerd. Bovendien is er nog geen enkele met Delft vergelijkbare gemeente die Diftar heeft ingevoerd, waardoor we de echte ervaringen en resultaten nog niet kennen. Wat ons betreft gaat Delft hierin dan ook niet vooroplopen.
  3. In het onderzoek wordt de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid genoemd (UPV). Die verantwoordelijkheden nemen toe voor de bedrijven die afvalstoffen produceren, dus plastic, maar ook textiel etc. Laten we in Delft ook aandacht besteden aan datgene waar we de afval producerende bedrijven op kunnen aanspreken of welke fondsen we kunnen aanspreken om de verantwoordelijkheden al bij de bron te leggen. Wij hoeven niet alles zelf op te lossen, maar moeten ook vooral de verantwoordelijkheid daar laten waar hij hoort. Onze oproep aan het college is om daar in het afvalbeleidsplan ook nadrukkelijk een voorstel voor te doen. 

We zijn heel benieuwd naar de plannen van het college. Wordt vervolgd.


Tessa van den Berg & Avinash Krishnasing
Delftse VVD – Commissie Ruimte en Verkeer