Gelatinebrug: een cruciale verbinding, maar hoeveel mag het kosten?

De Delftse VVD wil dat Delft goed bereikbaar is met de auto, het openbaar vervoer, de fiets en te voet. Over de Gelatinebrug als ‘extra’ brug over de Schie wordt al jaren gesproken. De brug is hard nodig voor het verbeteren van de verbinding tussen oost en west Delft, voor het ontlasten van de Abtswoudsebrug en voor de bereikbaarheid van en naar Station Delft Campus, Schieoevers en de TU Delft. Maar waar de brug in 2019 nog bijna € 9,5 miljoen zou gaan kosten, werd de raad vorige maand geïnformeerd dat de geraamde kosten inmiddels op € 27,7 miljoen liggen.

Kort ter achtergrond: de Gelatinebrug is al sinds 2013 opgenomen in de conceptversies van het bestemmingsplan voor Schieoevers Noord. De gemeenteraad heeft in juni 2019 ingestemd met de brug en de hiervoor bestemde financiële middelen beschikbaar gesteld. Op dat moment was de prognose dat de brug € 9,45 miljoen euro zou gaan kosten. In de afgelopen jaren is de Gelatinebrug verder uitgewerkt en ingepast in de omgeving. Door die nadere uitwerking én de forse prijsstijgingen is de brug inmiddels veel duurder geworden. De verwachting is nu dat er € 27,7 miljoen euro nodig is om de brug te realiseren.

De Delftse VVD ziet ook het grote belang van de brug, maar de kostenstijging staat eigenlijk in geen enkele verhouding met wat wij als stad financieel aankunnen. En dan is er zelfs nog het risico op verdere kostenstijging, omdat de aanbesteding voor de brug nog moet beginnen. In de brief van het college aan de raad worden drie oplossingsrichtingen gegeven voor de hoge kosten: versobering van de brug, meer cofinanciering door andere partijen (zoals de provincie of de MRDH) of toch extra gemeentelijke dekking. 

Wij hebben het college opgeroepen om ook in die volgorde te handelen. Kortom, eerst: is deze brug in deze vorm nodig of waar kunnen we nog versoberen? Daar deden we in de raadsvergadering van 6 april al een verwoede poging toe, door de zelfrijdende zogenoemde ‘people mover’ uit de plannen van de brug weg te strepen. Helaas stemden de coalitiepartijen tegen deze motie. De tweede stap is dan het zoeken naar aanvullende cofinanciering. Kunnen we bijvoorbeeld een beroep doen op de TU Delft, die ook veel baat heeft bij deze nieuwe verbinding? Ook daar stond de wethouder vooralsnog niet om te springen. Gaan we dan uiteindelijk toch weer zelf de portemonnee trekken? Als het aan de Delftse VVD ligt niet. Dit is namelijk niet de eerste of enige grote financiële tegenvaller die we voorgeschoteld krijgen. Extra zorgelijk omdat ons financiële huishoudboekje er voor de komende jaren sowieso al niet rooskleurig uit ziet. 

Volgens het college is dat nou eenmaal het gevolg van de huidige prijsstijgingen in met name de bouwsector. Dat is natuurlijk deels waar, maar de vraag is wel: hoe reageren we daar nu slim op? In de raadsvergadering dienden we een motie in met de oproep om tot een duidelijke visie te komen op wat de huidige kostenstijgingen en uitgaven betekenen voor de begroting van Delft en hoe we daar het beste mee om kunnen gaan. Maar u raadt het al: volgens de coalitiepartijen was (ook) die motie overbodig…