Beter luisteren naar inwoners en ondernemers in de binnenstad

Er is veel te doen over de projecten onder de noemer “Ruimte in de binnenstad”. Het gaat dan om de uitbreiding van het autoluw-plusgebied in het zuidwestelijke deel, de invoering van een 0-emissie logistieke zone en het verbeteren van de verkeersveiligheid op de zogenoemde Rode Loper (Oude Langendijk). Zoveel onderwerpen vragen om een lange tekst, dus zit er alvast maar goed voor en neem de tijd. Over alle drie de projecten zijn zorgen. Terechte zorgen. Zowel inwoners als ondernemers zijn uiterst kritisch op de uitwerking van de mobiliteitsplannen van dit college. De Delftse VVD begrijpt hun zorgen. Daarom hebben we via huis-aan-huis flyers actief aan ondernemers en bewoners gevraagd naar hun ideeën. Uit de reacties komen een aantal heldere punten naar voren: zorg voor een integrale visie op de inrichting van de binnenstad, luister écht naar bewoners en ondernemers en zorg voor een realistisch plan met aandacht voor de kwetsbaardere doelgroepen zoals mantelzorgers, ondernemers, mensen met een zorgberoep, bewoners die slecht ter been zijn of gezinnen met kleine kinderen.

Het college noemt minder autoverkeer als doel van het uitbreiden van het autoluw-plusgebied. Dat is wat ons betreft een middel en absoluut geen doel. Leefbaarheid, het verbeteren van de luchtkwaliteit, het vergroten van de verkeersveiligheid, dat zouden allemaal goede doelen kunnen zijn. Maar ‘het verbieden van auto’s’ tot hoger doel verheffen, is wat ons betreft echt een no-go. Welk probleem lossen we daar precies mee op?

 

Bijna drie jaar na de vaststelling van het Mobiliteitsprogramma Delft (MPD) is er samen met de bewoners nog stééds geen integrale visie op de binnenstad opgesteld. Feitelijk weten we dus niet wat het weghalen van autoparkeerplekken onze binnenstadbewoners en ondernemers precies gaat opleveren. Want: wat komt daarvoor in de plaats, wat krijgen ze ervoor terug? Wat is de economische impact hiervan op bijvoorbeeld huizenprijzen, op de mogelijkheden om nog goede werknemers te vinden of op de omzet van de binnenstad-ondernemers? Wat zijn de gevolgen voor de straten en buurten eromheen, onder welke voorwaarden kunnen sommige doelgroepen alsnog vlakbij hun huis blijven parkeren? Al deze vragen zijn gesteld aan de wethouder, maar niet beantwoord.

 

Bewoners, ondernemers, belangenverenigingen: sommige laten via onze flyer-actie weten hartstikke blij te zijn met de nieuwe plannen, maar een heel groot deel is uiterst kritisch. Hun zorgen zijn divers. Van zorgen over dat de Phoenixgarage (en ook de Zuidpoortgarage) straks niet meer toegankelijk is voor bezoekers. Zorgen van ondernemers die hun bedrijfsauto niet meer in de directe nabijheid kunnen parkeren, terwijl die bedrijfsauto vaak ook het magazijn/opslagplek is voor het materiaal dat zij nodig hebben. Zorgen van bewoners die slecht ter been zijn maar nog net voldoende goed kunnen lopen, waardoor ze geen recht hebben op een gehandicaptenparkeerplaats. Zorgen van zorgprofessionals in de binnenstad die niet meer in het autoluw-plusgebied mogen parkeren. Dat betekent dat een verloskundige die in dat gedeelte woont, of een arts die met spoed naar het ziekenhuis moet, niet bij zijn/haar huis meteen in de auto kan springen. Deze zorgen hebben wij ook gedeeld met de wethouder.

 

Ook de Delftse VVD heeft in 2021 ingestemd met het mobiliteitsprogramma, maar wel onder de nadrukkelijke voorwaarde dat autoluw-plus voor 2040 een streven is, en geen doel op zich moet zijn. Ook hebben we destijds gezegd: “begin klein, kom éérst met een goed alternatief voor autobezitters en ondernemers, voer beleid gefaseerd in” en vooral: “denk samen met bewoners en ondernemers héél goed na over de integrale ambities met en invulling van de binnenstad.” En dat gebeurt nu gewoonweg niet. Het college stamt rucksichtslos door met zijn rigoureuze plannen, zonder goed te luisteren naar de Delftse inwoners en ondernemers. We sluiten ons daarom aan bij de oproep om de uitbreiding van het autoluw-plusgebied voor nu “te parkeren” en samen met bewoners en ondernemers een nieuw plan en vooral: integrale visie op de hele binnenstad, te maken. Eventueel kunnen we dit ook in de vorm van referendum gieten. Het is een sterk middel waar we als Delftse VVD normaal kritisch over zijn. Deze situatie vraagt ons inziens echter een verdergaande aanpak. Wethouder van Vliet heeft altijd aangegeven voorstander te zijn van de mogelijkheid om aan de noodrem te trekken wanneer het college zonder goede betrokkenheid van de raad en de stad doordendert. Dit is zo’n moment.

 

Dan de 0-emissie logistieke zone. Al vanaf 1 januari 2025 wil het college de hele stadslogistiek in de binnenstad emissieloos maken. De impact van deze maatregel voor onze Delftse ondernemers en hun leveranciers is natuurlijk fors. We hebben het college daarom gevraagd éérst goed te kijken naar voldoende alternatieven voor ondernemers, voldoende oplaadpunten, goede mobiliteitshubs en een overgangsregeling die nodig is voor ondernemers om dit nieuwe beleid in te kunnen regelen. Maar ook hierbij geldt weer: wat lossen we hier feitelijk mee op? Wij weten eigenlijk niet wanneer deze maatregel als succesvol kan worden bestempeld. Hoeveel beter wordt de luchtkwaliteit als we bestelwagens en vrachtverkeer gaan weren die nog niet volledig emissieloos rijden? Welke nieuwe problemen worden geïntroduceerd?

 

Dan tot slot, de verkeersveiligheid op de Rode Loper. Met enige terughoudendheid hebben we als Delftse VVD in 2022 de inrichting van de Oude Langendijk als zogenoemde “Shared Space” gevolgd. In andere gemeenten schijnen goede ervaringen te zijn met dergelijke straten, maar ons standpunt was: eerst zien, dan geloven. En wat blijkt: de ervaringen zijn zeker niet goed. Met name voetgangers voelen zich hier niet op nummer één gezet. De scheurbrommers worden nog steeds niet aangepakt. “Shared Space” werkt als concept alleen als iedereen een maximale snelheid van 15 km/uur hanteert. En dat gebeurt in de praktijk helaas nog steeds niet. In het eerste kwartaal verwacht een college een verbeterplan aan onze gemeenteraad voor te leggen. We zijn heel benieuwd.